Keti Koti op het Parlevinkerplein

Keti Koti op het Parlevinkerplein

Dit stuk gaat over Keti Koti, de Rietwijker, Verdedig Noord, mijn nieuwe mattie Isi en verbinding. Vandaag heb ik samen met mijn familie van Verdedig Noord, de buurtbewoners van de Banne en andere genodigden Keti Koti gevierd op het Parlevinkerplein.

Op dit moment ben ik kapot. Een beginnende migraine heb ik weten te tackelen door 1000mg paracetamol in te nemen. Mijn holistische overtuigingen veeg ik snel van tafel zodra ik een aanval voel opkomen. Ik ben namelijk niet te spreken over medicatie, maar ik ben ook niet te spreken over migraine. Voor mijn lieve lezers die er ook mee kampen: magnesium in poedervorm is zeer heilzaam bij migraine. Met mijn ‘relaxing piano music’ playlist op de achtergrond schrijf ik dit stuk. Zo bijzonder hoe pianomuziek en natuurgeluiden langzaam de norm worden na je 25e. #hoogsensitief #overprikkeling

Ik was al vrij overprikkeld toen ik aankwam bij het plein, maar vastbesloten om er een mooie dag van te maken. Op Keti Koti, de dag dat de ketenen verbroken werden, sta ik stil bij wat mijn voorouders hebben moeten doorstaan, maar ook bij de negatieve gedachten waar ik dagelijks mee vecht. Ik vecht voor een vrij hoofd en hart. Een hoofd vrij van gepieker, sombere gedachten en overtuigingen. Een hart vrij van wrok, verdriet en woede. Ik ben er bijna en dan vier ik mijn eigen persoonlijke Keti Koti. Het is als mens namelijk heel makkelijk om een slaaf te worden van je eigen negatieve overtuigingen. Een gegeven waar wij ons allen uit moeten bevrijden. Iedereen om ons heen voert een interne strijd met zichzelf. Je weet niet waar mensen dagelijks mee worstelen. Dit heeft mij geleerd om met compassie naar mijn medemens te kijken. Elke dag weer.

Vandaag keek ik met trots en liefde naar mijn medemens in de Banne. Naar de kinderen die vol plezier en strak van de suiker genoten van het springkussen en van elkaar. Van de ouders die op het terras aan het bijkletsen waren terwijl ze hun eigen kinderen én die van een ander in de gaten hielden. Ik genoot van de brassband die het programma feestelijk afsloot. Maar ik genoot het meest van de reanimatie van het hart van de Banne: de Rietwijker en het Parlevinkerplein. Ik kies voor het woord “reanimatie”, omdat dat gebouw en dat plein heel lang dood zijn geweest. Een extreem lange coma kan ook. Hoe dan ook, vandaag kwamen ze tot leven. Ik kreeg nostalgische gevoelens naar de tijd dat Banne Bruist het plein in zijn greep hield en jonge artiesten de kans kregen om op te treden. De Rietwijker en het plein hebben zo ontzettend veel potentie voor de wijk en ik hoop dat meer mensen dat gaan inzien.

Mijn hart is overgelopen met liefde voor mijn team van Verdedig Noord en voor mijn mentor Sebastian, die ook de moeite heeft genomen om aanwezig te zijn vandaag en met wie ik mooie gesprekken heb gevoerd. Ik ben dankbaar dat zij bestaan in mijn leven.

Ik ben ook dankbaar voor Isi, mijn nieuwe mattie uit groep 7 van de Vier Windstrekenschool die ik vandaag heb leren kennen. “Ben je Marokkaans?” vroeg Isi aan mij toen ik een mevrouw in het Marokkaans begroette. “Ja. Ik ben half Marokkaans en half Surinaams,” zei ik tegen Isi. “Oh,” antwoorde hij, om mij vervolgens omver te blazen met het volgende: “Ja, maar je bent niet half en half. Je bent honderd procent Marokkaans en honderd procent Surinaams. Want je bént het allebei. En je bent ook honderd procent Nederlands. Je bent alles honderd procent.”

Wat Isi niet wist, is dat ik vanochtend een gesprek met mijzelf had over hoe belangrijk taal is in hoe ik spreek over mijn eigen identiteit. En dat ik een pact met mijzelf had gesloten dat ik mijzelf niet meer half Marokkaans en half Surinaams zou noemen, maar Marokkaans én Surinaams. Want ik voel mij niet half. Ik voel mij beide voor de volle honderd procent, ongeacht hoe een ander naar mij en mijn afkomst kijkt. Ik ben ook Nederlander, want als ik terugkom van vakantie voelt dit als thuis. Momenteel ben ik bezig met mijn afstudeerproject over het opgroeien als dubbelbloed met Marokkaanse en Surinaamse roots in Nederland, dus ik ben erg veel bezig met nadenken over dit onderwerp.

Het was alsof Isi mijn innerlijke dialoog van vanochtend aanvoelde. Ik weet het niet, maar zijn analyse heeft mij oprecht geraakt en ik geloof niet in toeval. Isi moest dit vandaag tegen mij zeggen. Ik geloof dat de Schepper ook via mensen communiceert. Isi moest dit vandaag tegen mij zeggen. “Jij gaat ver komen,” zei ik tegen hem en hij vroeg of hij iets op het krijtbord in de foyer mocht schrijven. “Tuurlijk, maar geen vieze woorden!” zei ik. Toen ik later op de avond aan het opruimen was viel mijn oog op het bord in de foyer. Ik had helemaal niet meer gekeken wat Isi had opgeschreven. En toen zag ik het: ‘huts a niffow’ stond er. Lekker hoor! En zo is het maar net. Dankjewel Isi.

Dit stuk verscheen eerst in het Noord Amsterdams Nieuwsblad.